Ga naar hoofdinhoud

‘Arbeidsmigranten leveren een flinke bijdrage aan onze economie’


Nederland heeft arbeidsmigranten hard nodig. Komende jaren zal de behoefte aan extra krachten uit het buitenland zelfs alleen maar toenemen. Dat is de conclusie van een studie van SEO Economisch Onderzoek, uitgevoerd in opdracht van uitzendbrancheorganisatie ABU. Logistiek dienstverlener Menken geeft het goede voorbeeld en nam zo’n 70 werknemers uit Eritrea in dienst.

Arbeidsmigranten zorgen voor extra werkgelegenheid, productie en inkomen. Zonder de inzet van deze werknemers verwachten werkgevers dat ze hun productieproces moeten aanpassen, inperken of verplaatsen. Hierbij speelt mee dat de Nederlandse beroepsbevolking vanaf 2021 waarschijnlijk gaat krimpen. “Arbeidsmigranten zijn simpelweg nodig om de beroepsbevolking op peil te houden. Ze leveren een flinke bijdrage aan onze economie. Van verdringing op de arbeidsmarkt is nauwelijks sprake, want arbeidsmigranten vervullen vaak werk waarvoor Nederlanders niet te vinden zijn” zegt ABU-directeur Jurriën Koops. In onderstaande vlog licht hij de aanleiding van het onderzoek verder toe:

 

Cijfers arbeidsmigranten
In 2016 waren er in ons land 371.000 arbeidsmigranten uit Centraal- en Oost-Europa actief. Zij vervulden samen 514.000 verschillende banen, wat neerkomt op bijna één op de twintig banen in Nederland. Deze arbeidsmigranten zijn vooral actief in het zuiden en westen van Nederland en werken met name in sectoren als de land- en tuinbouw, logistiek, groothandel en metaalindustrie. Hun bijdrage aan het nationaal inkomen hebben de onderzoekers becijferd op circa 11 miljard euro. Koops vindt dat Nederland als vestigingsland wel aantrekkelijk moet blijven voor deze groep werknemers. Er is volgens hem nu een nijpend tekort aan kwalitatief goede huisvesting. “Ze mogen naar Nederland komen om onze pakketjes in te pakken in distributiecentra, maar eigenlijk komt het er op neer dat we ze vooral nergens willen huisvesten.”  Dat kan leiden tot problemen, zoals slechte of onveilige huisvesting, praktijken met huisjesmelkers en ‘overbewoning’ in bepaalde wijken. De ABU dringt erop aan dat deze zaken worden aangepakt. De organisatie is begaan met arbeidsmigranten omdat bijna de helft van hen doorgaans werk vindt via een uitzendbureau.

Arbeidsmigranten actief in logistieke sector
De logistieke dienstverlening (opslag en dienstverlening voor vervoer) is in Midden-Brabant een relatief bescheiden sector, met in 2016 ongeveer 4500 banen van werknemers. Daarvan wordt maar liefst 19 procent vervuld door arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa, nog los van uitzendkrachten uit de MOE-landen (EU-lidstaten die voorheen tot het Oostblok behoorden)

Een ander positief voorbeeld van arbeidsmigranten, werkzaam in de logistieke sector, wordt geleverd met een groep Eritreeërs, aan de slag bij Leen Menken Foodservice Logistics. Menken heeft in het Randstedelijk gebied een distributiecentrum in gebruik waar inpakwerkzaamheden worden uitgevoerd voor een grote maaltijdboxen-producent. Tot twee jaar geleden bestond het werknemersbestand, van ongeveer 250 medewerkers, vooral uit Nederlandse en Poolse medewerkers. Inmiddels heeft het bedrijf zo’n 70 werknemers uit Eritrea in dienst. Totaal zijn er ongeveer 10.000 Eritrese statushouders in ons land. Maar 8 procent hiervan heeft een baan. De meeste statushouders die uit dit land komen hebben weinig werkervaring opgedaan, ook niet in het land zelf. Voor maar liefst 83 procent van statushouders uit Eritrea is een uitkering na twee jaar nog steeds het belangrijkste inkomen. Ruim 20 procent meer dan gemiddeld, blijkt uit het CBS-rapport ‘uit de startblokken’. Menken kan zich hiermee dus in 1 klap een van Nederlands  grootste werkgevers voor de Eritreeërs noemen.

“Hij fietste letterlijk bij ons naar binnen om te vragen naar een baan. Hij is direct aangenomen en aan de slag gegaan als operationeel medewerker. In de periode daarna nam hij Eritrese kennissen mee, die ook op zoek waren naar een baan en bij ons aan de slag konden.”

Van 1 naar 70 Eritreeërs
Sander Hoogerbrugge, operations-manager bij Menken, vertelt dat het puur toeval was dat de eerste Eritreeër bij hen in dienst kwam: “Hij fietste letterlijk bij ons naar binnen. De jonge Eritreeër kwam per fiets bij Menken aan om te vragen naar een baan. Hij is direct aangenomen en aan de slag gegaan als operationeel medewerker. In de periode daarna nam hij Eritrese kennissen mee, die ook op zoek waren naar een baan en bij ons aan de slag konden.” Volgens Hoogerbrugge nemen de werknemers uit Eritrea hun inburgering heel serieus. “Ze spreken al een behoorlijk woordje Nederlands, zijn prettig in de omgang en vormen een goede aanvulling op ons team. Een aantal van hen heeft zelfs al promotie gemaakt naar een sleutelfunctie binnen het proces.” De manager ziet de toekomst met deze arbeidskrachten positief in, al moest het bedrijf in het begin wel even wennen aan de afwijkende Eritrese feestdagen die een week achterlopen op de Nederlandse.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.