Philips implementeert als eerste ter wereld de vernieuwde GS1 eCom XML-standaard. Dankzij deze standaard hoeft het elektronicaconcern straks nog maar 12 in plaats van honderden interfaces met logistiek dienstverleners te onderhouden.
Dat de GS1-standaard een vast onderdeel is van elk nieuw contract dat Philips met logistiek dienstverleners sluit, maakt implementeren een stuk gemakkelijker. Marc Cox van Philips: “Tot nu toe slagen we er bijzonder goed in om alle verschillende processen met slechts één standaard te stroomlijnen.”
De GS1-organisatie ontwikkelt internationale uniforme standaarden voor de identificatie en het vastleggen en delen van gegevens. Voordat bedrijven starten met een implementatie, is een proces van standaardisatie aan voorafgegaan. Samen met DHL en Unilever heeft Philips de afgelopen twee jaar op het internationale podium de Nederlandse wensen en eisen voor de GS1 Transport & Logistics oplossing helpen ontwikkelen.
Communicatiestandaard
Philips heeft in 2009 al besloten om de communicatie met logistiek dienstverleners te standaardiseren. Het elektronicaconcern beschikt wereldwijd over tientallen warehouses, die grotendeels zijn uitbesteed. De communicatie verliep tot dat moment via op maat gemaakte interfaces, minstens 10 per warehouse. “Dat zijn opgeteld dus honderden verschillende interfaces. Het onderhoud daarvan was niet meer te behappen. Als we bijvoorbeeld ons eigen ERP-systeem wilden upgraden, moesten we ook al die interfaces weer bijwerken en testen”, vertelt Marc Cox, senior business analyst op het gebied van warehousing, logistiek en managementinformatie.
GS1-barcodes
De zoektocht naar een geschikte communicatiestandaard eindigde al snel bij de GS1 eCom XML-standaard, bestemd voor het uitwisselen van elektronische berichten. “Wij wilden het wiel niet opnieuw uitvinden. Wij hebben daarom gekeken welke standaarden andere wereldwijd opererende bedrijven al gebruikten, met name Unilever. Dat leidde ons naar GS1”, verklaart Cox, die aangeeft dat deze standaard een logisch vervolg is op de GS1-barcodes die Philips al gebruikt. Daarmee doelt hij op hetGlobal Trade Item Number (GTIN), de Serial Shipping Container Code (SSCC) en hetGlobal Location Number (GLN) voor respectievelijk het identificeren van artikelen, ladingdragers en locaties in de keten.
Nieuwe versie
De afgelopen twee jaar heeft Cox namens Philips samen met andere multinationals zoals Unilever, General Mills en DHL gewerkt aan verbetering van de GS1 eCom XML-standaard. “Philips is gestart met versie 2.0 van deze standaard, die inmiddels bij 20 warehouses in diverse regio’s is geïmplementeerd. In een internationale werkgroep van GS1 hebben we deze versie geëvalueerd en geconcludeerd dat een aantal zaken nog niet optimaal is ingericht. Daarom hebben we een nieuwe versie ontwikkeld die nog meer dan voorheen geschikt is om daadwerkelijk wereldwijd geadopteerd te worden.”
Ondersteuning gevaarlijke stoffen
Een van de vele vernieuwingen is dat vanaf versie 3.1 aparte berichten voor inslag-, uitslag- en magazijnoperatieprocessen bestaan. Daarnaast is de ondersteuning voor onder meer gevaarlijke stoffen uitgebreid, zodat bij logistiek dienstverleners geen misverstand meer kan bestaan over de opslagcondities van deze goederen.
Philips loopt voorop met implementatie van versie drie. Op dit moment worden de interfaces met de eerste drie warehouses getest. De komende jaren zullen alle andere warehouses overgaan.
Dankzij de voorbereidingen van Philips vergt het niet meer dan 6 weken om de nieuwe interfaces te implementeren. Een positief neveneffect is dat de standaardisatie van interfaces ook leidt tot een grotere uniformiteit in de operationele processen, juist omdat Philips alles heeft uitgeschreven. Ook de logistiek dienstverleners profiteren van de standaarden, stelt Cox. “Zij kunnen nu gemakkelijker nieuwe klanten aansluiten.”