De zaak kwam aan het rollen na een gezamenlijke verkeerscontrole eerder dit jaar, uitgevoerd door Politie, Douane en Koninklijke Marechaussee. Daarbij werd een vrachtwagen met grote pakketten – waaronder televisies en witgoed – aan de kant gezet. De chauffeur en zijn bijrijder verklaarden dat zij ‘op proef’ werkten bij het bedrijf. Uit verdere controle van registraties bleek echter dat ze al jarenlang structureel voor hetzelfde transportbedrijf reden, wat vragen opriep over hun contractpositie en betaling.
Schijnconstructie via onderaannemers
Vervolgonderzoek wees uit dat de ritten werden uitgevoerd via een keten van onderaannemers. De laatste partij in de keten had zelf geen personeel, maar zette chauffeurs in zonder hen formeel in dienst te nemen of loon uit te betalen. Sommige chauffeurs werkten al jaren in deze constructie, terwijl zij afhankelijk waren van een uitkering en verstoken bleven van een eerlijk salaris en sociale zekerheden.