Vacuümtechniek is in veel logistieke situaties onmisbaar. Ongemerkt kunnen de energiekosten echter hoog oplopen. Nieuwe ontwikkelingen maken aantrekkelijke besparingen mogelijk. De winst kan oplopen tot wel 65%.
De ontwikkeling van de energieprijzen is voor meer en meer bedrijven aanleiding om op zoek te gaan naar besparingsmogelijkheden. Ook in de vacuümtechniek, in veel logistieke situaties onmisbaar, is de vraag naar potentiële besparingen steeds actueler. Met recent gepresenteerde concepten komen de twee belangrijkste leveranciers, Schmalz en Piab, met een duidelijk antwoord. De concepten zijn beide bedoeld voor perslucht-aangedreven vacuümpompen.
“Er zijn drie mogelijkheden om vacuüm te genereren: met behulp van een pomp, een ventilator, of een ejector. De keuze is afhankelijk van onder andere materiaal en gewenste capaciteit. Maar bij de ejectoren is het besparingspotentieel het grootst, omdat daarbij wordt gewerkt met vrij kostbare perslucht”, licht Ralf Wouters, sales engineer bij Schmalz, toe.
Een ejector maakt gebruik van het zogeheten venturi-principe; perslucht wordt door een vernauwing geblazen, waardoor er een vacuüm wordt gecreëerd. “Door meerdere venturies in één behuizing samen te brengen, haal je met eenzelfde luchtverbruik al een hogere opbrengst en ben je dus al energie-efficiënter bezig”, legt Wouters uit.
Toekomstgericht
Dat er meer winst te behalen valt, bewijst Schmalz met zijn jongste innovatie op dit vlak; de SCPi/SMPi compact ejector serie vacuüm generatoren. Door het samenbrengen van verschillende toekomstgerichte functies, zetten deze compact ejectoren volgens de producent een nieuwe standaard. Energiebesparing en het verhogen van de processnelheid zijn twee van de voordelen die de serie biedt.
“In een compact ejector zijn vacuümventiel en afblaasventiel geïntegreerd. Doordat een eveneens geïntegreerde vacuümschakelaar continu de onderdruk meet, gebruik je alleen de perslucht die op een bepaald moment nodig is”, aldus Wouters. De serie is namelijk voorzien van een geïntegreerde luchtspaarfunctie, die voor een nog slimmere aansturing van de ventielen en schakelaar zorgdraagt. De luchtspaarfunctie zorgt ervoor dat de zuigfunctie wordt uitgeschakeld zodra een vacuüm waarde is bereikt die vooraf als ‘veilig’ is gedefinieerd. Dankzij deze functie kan tot 65 procent perslucht worden bespaard. Een krachtige blow-off-functie garandeert een maximale processnelheid en zorgt ervoor dat zelfs de meest gevoelige werkstukken onbeschadigd worden afgelegd. Bovendien is deze blow-off puls automatisch instelbaar, waarmee het programmeren van een extern ‘blow-off werkstuk’ stuursignaal overbodig is.

IO-Link
Dankzij de IO-Link technologie is het tevens mogelijk op afstand parameters voor sensoren en actuatoren te managen. Ook maakt de technologie een ononderbroken communicatie mogelijk tot in het onderste veldniveau. Handmatige parameterring on-site is dus niet nodig, omdat alle configuratiegegevens worden ingevoerd in het systeem via de unit. Procesparameters kunnen zelfs worden opgeslagen en eenvoudig naar de nieuwe eenheid worden overgedragen als een eenheid wordt vervangen.
Ze kunnen ook snel en eenvoudig worden gewijzigd tijdens een productiecyclus. De gebruiker profiteert daarmee van lage installatiekosten en korte set-up- en omsteltijden. De geïntegreerde systeembewaking brengt bovendien kwantificeerbare voordelen voor de gebruiker. Fouten en subtiele veranderingen worden in een vroeg stadium gedetecteerd, waardoor problemen eenvoudiger zijn op te lossen. De gebruiker heeft op elk gewenst moment toegang tot de systeemstatus, en kan preventieve onderhoudsmaatregelen inplannen en zo kostbare stilstand voorkomen.
piSave concept

Ook Piab richt zijn pijlen op energiebesparing en kijkt voortdurend naar mogelijkheden om verspilling te voorkomen. De Zweedse vacuümspecialist ontwikkelde het piSave-concept, dat een geheel nieuwe serie producten omvat waarmee volgens de producent al bij diverse toepassingen interessante resultaten zijn behaald. Het piSave-programma telt vijf verschillende producten waaronder de Optimize, een proportionele drukregelaar voor perslucht-aangedreven vacuümpompen. De drukregelaar voorkomt onnodige verspilling door niet meer perslucht te gebruiken dan voor het gewenste vacuüm strikt noodzakelijk is.
De ‘piSave sense’ is een vacuümcontroleklep, speciaal bedoeld voor gebruik bij poreuze materialen. Met de controleklep is de aanwezigheid van producten vast te stellen bij handlingsystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van een centraal geregelde vacuümvoorziening. Door toepassing van de klep hoeft de controle niet bij elke aangesloten zuignap plaats te vinden, vooropgesteld dat het totaal verlangde vacuümniveau voldoende blijft. Een positief kenmerk is bovendien dat de piSave sense voor snelle release en blow-off zorgt.
Volgens Piab is het ontwerp beslist innovatief te noemen; de ‘sense’ is niet gevoelig voor vervuiling en werkt altijd, ongeacht de wijze van inbouw, laat de producent weten. De constructie is bovendien dusdanig dat de verlangde zuignappencapaciteit voortdurend behouden blijft. Ook als er onverhoopt sprake is van bovenmatige lekkage, zoals bij poreuze materialen vaker het geval is.

Familie compleet
De derde telg uit de piSave-familie is de ‘restrict’, een doorstroombegrenzer die vooral geschikt is voor toepassingen waarbij producten met verschillende vormen en afmetingen moeten worden opgetild en getransporteerd. Bij dit soort toepassingen kan het gebeuren dat enkele zuignappen geen directe functie hebben. Zonder ingewikkelde besturing kan dan door toepassing van de doorstroombegrenzer vaak een vacuümpomp met geringere capaciteit worden gekozen. Dit is echter enkel geschikt voor de handling van niet-poreuze materialen.
Het programma wordt gecompleteerd door de ‘piSave onoff’ en de ‘piSave release’. De ‘onoff’ ziet erop toe dat het ingestelde vacuümniveau constant blijft en een permanent betrouwbare werking verzekerd is, zelfs bij een lage persluchtdruk. ‘piSave release’ is een releaseklep die zonder extra perslucht functioneert. Op het moment dat de 0,2 MPa (2 bar) wordt overschreden, sluit een membraan de afblaasopening af. Komt de luchtdruk onder dit niveau, dan wordt de doorgang weer vrijgegeven.


