Ga naar hoofdinhoud

Waarom de logistieke hub een zeldzaam succes is


De hub. Al tientallen jaren het toverwoord in de stadslogistiek. In theorie de ideale oplossing voor zero-emissie bevoorrading, minder ritten, en een leefbaardere binnenstad. Maar in de praktijk blijkt de magie vaak uit te blijven. Tijdens de Vervoerslogistieke Werkdagen stelden Hans Quak, Bram Kin en Luuk Meijer van TNO in hun publicatie ‘Hubs – waarom het op papier mooi klinkt, maar in de praktijk zelden een groot succes wordt’ die praktijk stevig ter discussie.

Hun analyse is helder: veel hubconcepten, en dan met name de zogenoemde ‘white label’ of neutrale stadshubs, missen voldoende economische grondslag. Ze bieden onvoldoende toegevoegde waarde voor de logistieke partijen die de hubs moeten gebruiken. Consolidatie is mooi, maar wie betaalt de rekening? Gemeenten plannen enthousiast ruimte voor hubs aan de rand van de stad, maar vergeten daarbij dat de meeste vervoerders liever hun eigen logistieke regie houden.

Eigen hubs

Transport en Logistiek Nederland (TLN) herkent zich in die analyse. Anne-Marie Nelck, clustermanager Distributie bij TLN, wijst erop dat het vooral de eigen hubs van vervoerders zijn die daadwerkelijk functioneren. “Deze hubs maken al jaren deel uit van logistieke netwerken, waar zendingen ’s nachts worden gebundeld en met volle voertuigen de stad in gaan. Ze besparen kosten, verminderen ritten, en nemen ook nog retourstromen mee terug.”

White label hub

De white label hub, ooit gepresenteerd als wondermiddel, blijkt een lastig te verkopen concept. Niet omdat het idee verkeerd is, maar omdat de randvoorwaarden ontbreken. De verwachte boost door zero-emissiezones blijft tot nu toe uit. Elektrische voertuigen worden goedkoper, actieradius neemt toe, en veel vervoerders redden het prima zonder externe tussenstop.

Logistieke netwerken

Toch groeit de vraag naar distributieruimte in en rond steden. Meer inwoners betekent meer goederenstromen. TLN benadrukt dat ruimte voor logistiek nodig blijft, vooral voor die efficiënte eigen hubs van vervoerders, die in tegenstelling tot veel experimenten wél werken. “Gemeenten zouden zich minder moeten richten op standaard hubs aan de stadsrand en meer op het faciliteren van bestaande logistieke netwerken. Denk aan slimme combinaties met andere functies, zoals wijkhubs of circulaire hubs.”

Kortom, de hub is niet dood, maar het sprookje van de neutrale stadshub lijkt uitverteld. De toekomst ligt bij de vervoerder zelf, mits die voldoende ruimte en ondersteuning krijgt om z’n werk te doen. Geen eenheidsworst, maar maatwerk. Zoals dat eigenlijk altijd al was in de logistiek.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.