Nederlandse consumenten hebben relatief veel abonnementen op diensten en digitale producten, zoals televisie, sportschool, muziek- en videodiensten. Toch hebben ze relatief weinig belangstelling voor abonnementen op fysieke goederen, zoals maaltijdpakketten, dierenvoeding of wasmachines. Dit in tegenstelling tot consumenten in andere landen in Europa. Daar zijn consumenten duidelijk enthousiaster. Dat blijkt uit een Europees onderzoek van het ING Economisch Bureau.
Abonnementen op fysieke goederen, zoals bloemen, maaltijdboxen en fietsen. Zijn Nederlanders daar voor te porren? Het economisch bureau van ING deed er grootschalig onderzoek naar waarbij er 11.000 Europese huishoudens in 11 landen werden ondervraagd. Volgens het onderzoeksrapport spenderen Europese consumenten zo’n 5 procent van al hun bestedingen aan abonnementen. Voor heel Europa gaat er zo’n 30 miljard Euro om in digitale abonnementen, zoals video en muziek. Abonnementen op goederen zijn goed voor zo’n 80 miljard; vooral gedreven door autolease.
Nederlandse consument minder enthousiast over goederenabonnementen
Dertig procent van de Nederlandse huishoudens heeft inmiddels een abonnement op Netflix of een andere Video-on-Demand aanbieder. Dat is meer dan gemiddeld in Europa. Wel hebben Nederlanders minder abonnementen op verbruiksgoederen (zoals maaltijdboxen, beauty-producten en dierenvoeding) en duurzame goederen (zoals kleding, elektronica of private-lease-auto’s) dan gemiddeld in Europa. De Nederlander ziet duidelijk minder voordelen in abonnementen op goederen dan de gemiddelde Europeaan. Zo’n 70 procent van de Nederlanders ziet niet in wat er aantrekkelijk aan is, terwijl dat gemiddeld in Europa 40 procent is. Landen verschillen onderling duidelijk: waar het welvaartsniveau hoog ligt, zoals Duitsland, Luxemburg en Oostenrijk, zijn inwoners minder enthousiast over abonnementen op goederen dan in Zuid- en Oost-Europa.
Groeipotentieel
Uit het onderzoek blijkt dat consumenten verwachten dat ze meer abonnementen gaan afsluiten.Voor digitale producten, zoals Spotity of Netflix, blijft het groeipotentieel duidelijk groter dan voor de traditionele dienstenabonnementen, zoals bellen of de sportschool. Voor de fysieke goederen zijn de groeikansen sterker voor abonnementen op duurzame dan op verbruiksgoederen.
Abonnement op duurzame goederen
Bij duurzame goederen speelt het vooral een rol dat consumenten plotselinge hoge onderhoudskosten willen voorkomen. Marieke Blom, hoofdeconoom bij ING in Nederland: ‘Een abonnement is voor consumenten een manier om van risico’s af te komen, of dat nou bij de wasmachine of bij de auto is.’ Dat veel, vooral jonge, Europeanen geen geld voor bijvoorbeeld een auto of de nieuwste smartphone hebben speelt ook een grote rol. Dat door een circulaire aanpak abonnementen op duurzame goederen beter kunnen zijn voor het milieu, is voor weinig consumenten een argument.
Abonnement op verbruiksgoederen; alleen als het gemak oplevert
Consumenten kiezen vooral vanwege gemak voor een abonnement op consumptiegoederen zoals voeding en toiletartikelen. Dat geldt vooral voor jongere consumenten. Blom: “Uit onderzoek blijkt dat geld uitgeven om ‘tijd te kopen’ mensen ook echt gelukkiger maakt. Daar kan een aanbieder van een abonnement op inspelen.” Toch moeten ondernemers zich volgens Blom niet rijk rekenen: “De consument, al helemaal de Nederlandse, kijkt gewoon kritisch naar wat een abonnement ze oplevert ten opzichte van een eenmalige aankoop. Alleen een abonnement dat of goedkoper of echt beter is heeft kans op blijvend succes.’