De economieën in landen als Bulgarije, Roemenië en Polen groeien en de beroepsbevolking in dergelijke landen krimpt. Die ontwikkelingen leiden tot een groter tekort aan arbeid en een snelle stijging van de lonen. Steeds meer Oost-Europeanen kiezen er daarom voor om in hun eigen regio te blijven in plaats van naar bijvoorbeeld Nederland af te reizen.
Daarnaast kiezen arbeidsmigranten die nu werkzaam zijn in West-Europa er sneller voor om terug te keren. ABN verwacht dan ook dat het aantal in Nederland werkzame Oost-Europese arbeidskrachten geleidelijk gaat afnemen.
Steeds minder personeel uit Oost-Europa naar Nederland
De werkloosheid in Nederland ligt op het laagste niveau sinds de crisis in 2008. Tegelijkertijd groeit de werkgelegenheid en nam het aantal banen in 2018 met ruim twee procent toe. Oost-Europese werknemers zijn in Nederland vooral werkzaam in de agrarische sector, de industrie, de bouw en de logistieke sector.
In Nederland zijn bijna 53.000 Oost-Europeanen werkzaam in de transport en logistiek: zo’n dertien procent van de gehele sector. Door de groei van e-commerce neemt de vraag naar personeel naar verwachting alleen maar toe.
Logistiek moet op zoek naar alternatieven
Onder meer bedrijven in de logistiek ‘worstelen nu al met een groot personeelstekort’, zegt Nora Neuteboom, econoom Opkomende Markten van ABN. “Er is wel een aantal factoren dat de druk kan verlichten. Bij een brexit vertrekken veel Oost-Europeanen uit het Verenigd Koninkrijk die zich mogelijk in Nederland vestigen. Ook kunnen ondernemers waar mogelijk extra investeren in digitalisering en robotisering, om het effect van het personeelstekort op lange termijn te verzachten.”